Dag 2: Per seconde wijzer
Vandaag een vol programma aan kennisopbouw voordat we vanaf morgen enkele dagen richting Birma trekken en de loop van de spoorweg volgen. Een drukke dag die begint met een vrolijke noot want het is de verjaardag van Steven Bannink. We zijn het resort nog niet af of er wordt luidkeels voor hem gezongen in de bus. TBRC heeft voor taart gezorgd in het TBRC museum.
We bezoeken vandaag TBRC en het Kanchanaburi-ereveld, het JEATH-museum, Chungkai-ereveld en Chungkai cutting en sluiten af met de brug over de river Kwai bij Tamarkan. Maar dus eerst het TBRC-museum. Opgericht door Rod Beattie, zijn levenswerk en onze onmisbare partner in deze pelgrimsreis. Aangekomen bij TBRC is het natuurlijk eerst tijd voor de traditionele groepsfoto.
Rod heet ons welkom en houdt nog een korte introductie voordat we losgelaten worden in het museum. Hij vertelt over de Japanners die na Pearl Harbour (7 december 1941) in drie maanden tijd heel Zuidoost Azië veroverd hebben. En wat dat heeft betekend voor de krijgsgevangenen die daarbij zijn gemaakt. De reizigers dwalen door het museum en zijn onder de indruk. Aan de spoorlijn werden 17.990 Nederlanders ingezet, waarvan er 2.782 de dood vonden. Het TBRC-museum bevat boeiende bodemvondsten, een overvloed aan feitenmateriaal en daarnaast een hoop persoonlijke verhalen, die het allemaal nog beter laten binnenkomen.
Voor de jarige job is er verjaarsdagtaart in de coffeeshop en daarna bezoeken we het ereveld van Kanchanaburi. Het is naast Chungkai en Thanbuyazat (Birma) één van de drie erevelden waar slachtoffers van de spoorlijn zijn geconcentreerd en herbegraven na de oorlog. Hier liggen 6.982 graven van Nederlanders, Engelsen en Australiërs. Ook mijn grootvader Jan ligt hier. We komen nog terug op de erevelden als we over een paar dagen de afsluitende ceremonie houden.
Ik laat Rod trots het nieuwe SHBSS-boekje zien met het verslag van lt. Schröder. Over hoe de erebegraafplaatsten tot stand zijn gekomen en hoe de bergingsoperatie van alle graven langs de 415 kilometer lange spoorlijn in zijn werk is gegaan.
Daarna is het tijd voor het JEATH-museum. De afkorting staat voor Japan, England, Australia, Thailand, Holland. Alle bij het conflict betrokken partijen. Het museum staat bij een tempel in het oude centrum van Kanchanaburi. De foto’s in het museum lijken nog allemaal te stammen uit de tijd van de oprichting van het museum in 1977. Er lijkt sindsdien niet veel aan gedaan. De museumgebouwen echter zijn nagebouwde barakken waarin de krijsgevangenen werden gehuisvest tijdens het werk aan de spoorlijn. Dat maakt altijd indruk op de reizigers, zo ook deze keer. De reizigers gaan weer aan boord van de bus en we zetten koers naar de lunch.
Lunch is bij het Taraburi resort, prachtig gelegen op een raft in de rivier. Tja, wat zal ik daarvan zeggen. Gewoonweg geweldig. Phad Krapau, chicken garlic, groente, curry en zelfs vier aparte gerechten voor de vele vegetariërs in de groep. De reizigers scheppen flink op en laten het zich smaken.
Volgende stop is Chungkai erebegraafplaats. Een deel van deze begraafplaats is origineel en behoorde bij het ziekenhuis dat hier stond. Dokter Cannoo was een van de artsen die dit ziekenhuis heeft ingericht en beschrijft de verschrikkelijke lotgevallen die hij hier meemaakte (zie Bushido, een boek tegen een schappelijke donatie te verkrijgen op de SHBSS-boekensite). Later is deze begraafplaats aangevuld met slachtoffers van andere plekken langs de spoorlijn. Wie goed kijkt ziet het verschil tussen de graven uit de oorlogsperiode en degenen die er later zijn bijgekomen. De ruimte tussen de graven is in het eerste geval groter. De reden ligt voor de hand, maar laat ik raden en kom ik op terug.
Rod neemt mij apart en doet zijn beklag over de staat van de headstones. Hij laat me wat voorbeelden zien en het is inderdaad niet best. Ik beloof me weer te melden bij de OGS om weer wat druk te zetten op het onderhoud.
Klapstuk van vandaag, dat vind ik in ieder geval, is de Chungkai cutting. De spoorlijn moest hier dwars door een keiharde puist rots heen. Waarom er niet overheen of erlangs legt Rod met zijn ingenieursachtergrond mooi uit. Om een dergelijke helling te nemen moet je al kilometers van tevoren starten met het langzaam laten klimmen van de baan. Een trein kan maar een beperkt stijgingspercentage aan. Het grondverzet voor een dergelijke operatie is waarschijnlijk meer werk dan met dynamiet door deze puist heen knallen. En zo is het gedaan. De boorgaten voor de staven dynamiet zijn soms nog zichtbaar in de wand. Start van het werk in november 1942, gereed in maart 1943. De reizigers zijn onder de indruk van dit enorme project.
We sluiten deze lange en leerzame dag af met een bezoek aan bridge over de river Kwai. Het boek en de film zijn natuurlijk gewoon fictie, maar hebben Kanchanaburi veel toeristen opgeleverd in de afgelopen decennia. Dus we laten het maar zo. De enige stalen brug van de 688 op het traject, gemaakt van brugdelen uit Java. Een mooie foto van de jarige job Steven en de familie Bannink.
Morgen gaan we up country. Drie dagen naar de Birmese grens, we komen dan door het gebied van groep 6 en de vele Nederlandse kampen als Hindat, RinTin en Kuye. Ook dat wordt een lange dag maar ik kijk er naar uit. Tot morgen.