Thai style
Europeanen die voor het eerst in Thailand komen, verbazen zich meestal over het schijnbare gebrek aan regels, of het zichtbare gebrek aan handhaving daarvan. Voor een inwoner uit een land dat platgelegd wordt door een stikstofdiscussie, is het ronduit raar om scooters te zien met 5 passagiers, kinderen zonder helm achterop, overal kraampjes en handel etc. Mijn Kanchanaburi-chauffeur mister Wut zegt dan altijd met een brede grijns … “Thai style”. Ik ben het gaan waarderen als een frame voor altijd zelf blijven nadenken en niet blind vertrouwen op degene die regels in jouw belang denkt te hebben bedacht. Wellicht een wat diepzinnige opening van dit blog, de relevantie ervan komt straks.
Vandaag reizen we terug naar Kanchanaburi en maken een aantal stops langs de spoorlijn. De eerste is bij het uitzichtpunt ter hoogte van Nike (Nithea). Dat kamp ligt onder water van het stuwmeer dat is ontstaan door de waterkrachtdam. Het regenseizoen is net voorbij dus het stuwmeer zit goed vol. Het uitzicht is prachtig. Ter hoogte van deze locatie was een groot spoorwegemplacement. Hier werden de werkgroepen die uit Birma kwamen op de trein gezet naar de basiskampen in Thailand. Later hebben de oorgravendiensten dit punt als scheidslijn gebruikt. Alle slachtoffers die ten noorden van Nike lagen begraven, zijn herbegraven in Thanbuyazat. Ten zuiden van dit punt werd herbegraven in Kanchanaburi.
De volgende stop is bij de waterkrachtcentrale die al dat water veroorzaakt. We bezoeken de dam, in 1985 aangelegd door Australische ingenieurs. De dam levert een vermogen van 340 mega Watt. Je kunt daar iets van 350.000 huishoudens van energie mee voorzien. De dam levert niet alleen energie, maar zorgt er ook voor dat de Thai het waterniveau kunnen reguleren. De gebruikelijke overstroming van de rivier Kwai in regentijd behoort tot het verleden, waardoor de boeren meer dan 1 oogst per jaar kunnen produceren. We staan boven op de dam en genieten van het uitzicht, de zon en de koele bries. Vlakbij de dam genieten we van een rijke lunch. Er is soep, gebakken rijst, gestoomde vis, kip met cashewnoten, gefrituurde kip en zelfs wat frites. Als toetje is er die overheerlijke kleine gele zoete mango’s. Om je vingers bij af te likken.
De volgende twee stops die we als organisatie hadden gepland, waren Hintok en Hell Fire Pass. Het zijn de beide uiteinden van een stuk spoorlijn van zo’n 3 kilometer lang. Jaren geleden is op deze 3 kilometer de jungle van het spoorbed verwijderd en een mooie walking trail aangelegd. Over origineel spoor, dus wel stevige schoenen aan. Een mooie experience met alles er op en er aan. Jungle overal om je heen, een hele grote cutting bij Hell Fire, bomgaten bij Hintok en een aantal enorme bruggen. Edu zegt vaak dat hij dit stuk het mooist vindt om te bezoeken, alles zit er in. En de hele trail is afgesloten ….. In mei is er ergens op het traject een blok steen naar beneden gekomen. De Australische overheid, die dit traject voor de Thai beheert, heeft daarop direct het hele traject van begin tot eind tot nader order gesloten. Het wachten is op de analyse van een geologisch team, maar zolang dat duurt wil de Australische overheid geen enkel risico lopen en houdt de zaak dus dicht.
Rod en ik overleggen, sinds dat incident in mei is er van steenslag geen sprake meer geweest en bovendien zouden wij bij Hintok niet weten waar die steenslag dan vandaan zou moeten komen. Naar ons oordeel een overhaast besluit van een overheid die claims wil uitsluiten en het zekere voor het onzekere neemt. We stellen de reizigers voor een deel van de trail gewoon te lopen en langs het hek bij Hintok te klauteren …. THAI STYLE. Gerben neemt me nog in de maling dat hij dat eigenlijk niet kies vindt, maar daarop glipt ook hij langs het hek. We bezoeken de cutting, de bomgaten en de grote brug. Voor de reizigers is het allemaal zeker de moeite waard. Zonder steenslag bereiken we weer veilig de bus. Er zijn koele drankjes en een lekker koud doekje, want er moest flink geklommen worden. We rijden door naar Hell Fire Pass, maar halen daar niet dezelfde toeren uit. Dat loopt volgens Rod direct in de gaten en hij moet hier nog vaker kunnen komen. We bezoeken het museum en kijken in de kloof want we kunnen er dus niet in. De Australische overheid heeft dit stuk spoorrails opgeëist als hun memorail site, Hell Fire Pass dat symbool staat voor de Australische slachtoffers aan de spoorbaan. De feiten zijn anders. In oktober 1942 begonnen hier 3.000 Britten het werk, ondersteund door 2.000 Aziatische arbeiders. In april 1943 pas komen er 800 Australiërs bij om meer vaart te maken in de Speedo-periode. In augustus is het werk klaar.
Als alternatief voor Hell Fire wil ik met Rod nog naar een cutting een stukje verderop, waar de film the Railway man is gefilmd. Als we uitstappen is het paadje dat we vroeger wel eens namen afgezet met een groot hek met prikkeldraad. Ik zie geen hond, maar ik stel me er een voor. Of twee. We besluiten dit maar niet “Thai style” te doen en keren onverrichter zake weer terug naar de bus. We rijden door naar het resort. Het einde van een enerverende 3 dagen up country. We hebben mooie dingen gedaan, ik denk nog aan het Kinsayok embankment en de drie Pagoden. Edu en ik zijn blij dat de reizigers Hintok toch hebben kunnen ervaren. Morgen gaan we met de trein over het nog bestaande deel van de Birma Siam Spoorweg. Chungkai cutting en Wang Pho viaduct, die we op de grond hebben mogen ervaren, gaan we nu vanuit de trein meemaken. En Poom is er weer om ons te begeleiden, dat is altijd gezellig. Tot morgen.